ការបកប្រែអត្ថន័យ ជំពូក​ អាន់នូរ - ការបកប្រែជាភាសាហូឡង់ - មជ្ឈមណ្ឌលបកប្រែរ៉ូវ៉ាទ - លេខ​ទំព័រ 356 - សព្វវចនាធិប្បាយនៃគម្ពីគួរអាន

អាយ៉ាត់: 44

يُقَلِّبُ ٱللَّهُ ٱلَّيۡلَ وَٱلنَّهَارَۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَعِبۡرَةٗ لِّأُوْلِي ٱلۡأَبۡصَٰرِ

44. Allah wisselt de nacht en de dag af. Voorwaar, daarin is zeker een les voor degenen die inzicht hebben.

អាយ៉ាត់: 45

وَٱللَّهُ خَلَقَ كُلَّ دَآبَّةٖ مِّن مَّآءٖۖ فَمِنۡهُم مَّن يَمۡشِي عَلَىٰ بَطۡنِهِۦ وَمِنۡهُم مَّن يَمۡشِي عَلَىٰ رِجۡلَيۡنِ وَمِنۡهُم مَّن يَمۡشِي عَلَىٰٓ أَرۡبَعٖۚ يَخۡلُقُ ٱللَّهُ مَا يَشَآءُۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ

45. Allah heeft ieder bewegend schepsel uit water geschapen. Van hen zijn er die op hun buiken voortkruipen, er zijn er die op twee benen lopen en sommigen lopen op vier. Allah schept wat Hij wil. Voorwaar! Allah is tot alles in staat.

អាយ៉ាត់: 46

لَّقَدۡ أَنزَلۡنَآ ءَايَٰتٖ مُّبَيِّنَٰتٖۚ وَٱللَّهُ يَهۡدِي مَن يَشَآءُ إِلَىٰ صِرَٰطٖ مُّسۡتَقِيمٖ

46. Wij hebben zeker (in deze Koran) duidelijke tekenen neergezonden. En Allah leidt wie Hij wil naar het rechte pad.

អាយ៉ាត់: 47

وَيَقُولُونَ ءَامَنَّا بِٱللَّهِ وَبِٱلرَّسُولِ وَأَطَعۡنَا ثُمَّ يَتَوَلَّىٰ فَرِيقٞ مِّنۡهُم مِّنۢ بَعۡدِ ذَٰلِكَۚ وَمَآ أُوْلَٰٓئِكَ بِٱلۡمُؤۡمِنِينَ

47. Zij zeggen: “Wij geloofden in Allah, in Zijn Boodschapper en wij gehoorzamen,” daarna keerden een deel van hen zich daarvan af, en zij zijn geen gelovigen (omdat de uiterlijke daden een onderdeel is van de Imaan, dus als men zich afkeert dat komt omdat zijn hart afkerig is).

អាយ៉ាត់: 48

وَإِذَا دُعُوٓاْ إِلَى ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ لِيَحۡكُمَ بَيۡنَهُمۡ إِذَا فَرِيقٞ مِّنۡهُم مُّعۡرِضُونَ

48. En als zij tot Allah en Zijn Boodschapper worden uitgenodigd om tussen hen te oordelen dan wendt een groep van hen zich af (dit is de hoofdeigenschap van de huichelaars, het niet accepteren van de Shari'ah van Allah, dus de wetten).

អាយ៉ាត់: 49

وَإِن يَكُن لَّهُمُ ٱلۡحَقُّ يَأۡتُوٓاْ إِلَيۡهِ مُذۡعِنِينَ

49. Maar als de waarheid aan hun (de huichelaars) kant staat dan komen zij gewillig in onderwerping tot Hem (de Boodschapper, om zich over te geven aan de Shari'ah)

អាយ៉ាត់: 50

أَفِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ أَمِ ٱرۡتَابُوٓاْ أَمۡ يَخَافُونَ أَن يَحِيفَ ٱللَّهُ عَلَيۡهِمۡ وَرَسُولُهُۥۚ بَلۡ أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلظَّٰلِمُونَ

50. Is er een ziekte in hun harten? Of twijfelen zij en zijn zij bang dat Allah en Zijn Boodschapper hen zullen benadelen in de beoordeling. Nee, zij zijn het zelf die de onrechtvaardigen zijn.

អាយ៉ាត់: 51

إِنَّمَا كَانَ قَوۡلَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ إِذَا دُعُوٓاْ إِلَى ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ لِيَحۡكُمَ بَيۡنَهُمۡ أَن يَقُولُواْ سَمِعۡنَا وَأَطَعۡنَاۚ وَأُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡمُفۡلِحُونَ

51. De enige woorden van de gelovigen wanneer zij uitgenodigd worden naar Allah en Zijn Boodschapper om tussen hen te oordelen is dat zij zeggen: “Wij horen en gehoorzamen.” En dat zijn de geslaagden.

អាយ៉ាត់: 52

وَمَن يُطِعِ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَيَخۡشَ ٱللَّهَ وَيَتَّقۡهِ فَأُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡفَآئِزُونَ

52. En ieder die Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt, en Allah vreest (daarom onderhoudt hij of zij zijn plichten) dat zijn de geslaagden.

អាយ៉ាត់: 53

۞ وَأَقۡسَمُواْ بِٱللَّهِ جَهۡدَ أَيۡمَٰنِهِمۡ لَئِنۡ أَمَرۡتَهُمۡ لَيَخۡرُجُنَّۖ قُل لَّا تُقۡسِمُواْۖ طَاعَةٞ مَّعۡرُوفَةٌۚ إِنَّ ٱللَّهَ خَبِيرُۢ بِمَا تَعۡمَلُونَ

53. Zij zweren bij Allah hun grootste eden, dat als jij het hen niet bevolen had, zij (hun huizen) verlaten (om voor Allah te strijden). Zeg: “Zweer niet; van (deze) gehoorzaamheid (van jullie) is wel bekend (omdat het niet gemeend is). Waarlijk, Allah weet goed wat jullie doen.”