ការបកប្រែអត្ថន័យ ជំពូក​ អើររ៉ក់ទ៍ - ការបកប្រែជាភាសាហូឡង់ - មជ្ឈមណ្ឌលបកប្រែរ៉ូវ៉ាទ - លេខ​ទំព័រ 254 - សព្វវចនាធិប្បាយនៃគម្ពីគួរអាន

អាយ៉ាត់: 35

۞ مَّثَلُ ٱلۡجَنَّةِ ٱلَّتِي وُعِدَ ٱلۡمُتَّقُونَۖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُۖ أُكُلُهَا دَآئِمٞ وَظِلُّهَاۚ تِلۡكَ عُقۡبَى ٱلَّذِينَ ٱتَّقَواْۚ وَّعُقۡبَى ٱلۡكَٰفِرِينَ ٱلنَّارُ

35. De beschrijving van het paradijs dat aan de godvrezenden beloofd is: er onder stromen rivieren, de voorziening is eeuwig en zo is de schaduw, dit is het einde van de godvrezenden en het einde van de ongelovigen is het vuur.

អាយ៉ាត់: 36

وَٱلَّذِينَ ءَاتَيۡنَٰهُمُ ٱلۡكِتَٰبَ يَفۡرَحُونَ بِمَآ أُنزِلَ إِلَيۡكَۖ وَمِنَ ٱلۡأَحۡزَابِ مَن يُنكِرُ بَعۡضَهُۥۚ قُلۡ إِنَّمَآ أُمِرۡتُ أَنۡ أَعۡبُدَ ٱللَّهَ وَلَآ أُشۡرِكَ بِهِۦٓۚ إِلَيۡهِ أَدۡعُواْ وَإِلَيۡهِ مَـَٔابِ

36. Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen zich over datgene wat aan jou geopenbaard is maar er zijn onder de bondgenoten degenen die een deel daarvan verwerpen. Zeg: “Mij is bevolen om (alleen) Allah te aanbidden en Hem geen deelgenoten toe te kennen. Hem (alleen) roep ik aan en tot Hem is mijn terugkeer.”

អាយ៉ាត់: 37

وَكَذَٰلِكَ أَنزَلۡنَٰهُ حُكۡمًا عَرَبِيّٗاۚ وَلَئِنِ ٱتَّبَعۡتَ أَهۡوَآءَهُم بَعۡدَ مَا جَآءَكَ مِنَ ٱلۡعِلۡمِ مَا لَكَ مِنَ ٱللَّهِ مِن وَلِيّٖ وَلَا وَاقٖ

37. En zo hebben wij de richtlijnen van het gezag neergezonden in de Arabische taal. Als jij hun wensen volgt nadat de kennis tot jou gekomen is, dan zou je geen helper of verdediger tegen Allah hebben.

អាយ៉ាត់: 38

وَلَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا رُسُلٗا مِّن قَبۡلِكَ وَجَعَلۡنَا لَهُمۡ أَزۡوَٰجٗا وَذُرِّيَّةٗۚ وَمَا كَانَ لِرَسُولٍ أَن يَأۡتِيَ بِـَٔايَةٍ إِلَّا بِإِذۡنِ ٱللَّهِۗ لِكُلِّ أَجَلٖ كِتَابٞ

38. Voorwaar, Wij hebben boodschappers gezonden – die jou (o Mohammed) zijn voorgegaan – en hen (allen) voorzien van zowel vrouwen als een nageslacht. En het was niet aan een boodschapper om een teken te brengen behalve dan met Allahs toestemming. Voor elke zaak is er een besluit.

អាយ៉ាត់: 39

يَمۡحُواْ ٱللَّهُ مَا يَشَآءُ وَيُثۡبِتُۖ وَعِندَهُۥٓ أُمُّ ٱلۡكِتَٰبِ

39. En Allah wijzigt wat Hij wil en bevestigt (wat Hij wil). En bij Hem is de Moeder van het Boek.

អាយ៉ាត់: 40

وَإِن مَّا نُرِيَنَّكَ بَعۡضَ ٱلَّذِي نَعِدُهُمۡ أَوۡ نَتَوَفَّيَنَّكَ فَإِنَّمَا عَلَيۡكَ ٱلۡبَلَٰغُ وَعَلَيۡنَا ٱلۡحِسَابُ

40. Of Wij jou nu een deel van wat Wij hen beloofd hebben laten zien of jou laten sterven. Voorwaar, jouw taak is slecht de verkondiging en bij Ons is de afrekening.

អាយ៉ាត់: 41

أَوَلَمۡ يَرَوۡاْ أَنَّا نَأۡتِي ٱلۡأَرۡضَ نَنقُصُهَا مِنۡ أَطۡرَافِهَاۚ وَٱللَّهُ يَحۡكُمُ لَا مُعَقِّبَ لِحُكۡمِهِۦۚ وَهُوَ سَرِيعُ ٱلۡحِسَابِ

41. Zien zij dan niet dat Wij geleidelijk de aarde verminderen van zijn uiteinden. En (als) Allah oordeelt is er geen die Zijn oordeel kan weerleggen en Hij is snel in de afrekening.

អាយ៉ាត់: 42

وَقَدۡ مَكَرَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ فَلِلَّهِ ٱلۡمَكۡرُ جَمِيعٗاۖ يَعۡلَمُ مَا تَكۡسِبُ كُلُّ نَفۡسٖۗ وَسَيَعۡلَمُ ٱلۡكُفَّٰرُ لِمَنۡ عُقۡبَى ٱلدَّارِ

42. En waarlijk degenen voor hen zwoeren samen, maar alle plannen zijn bij Allah. Hij weet wat ieder verdient, en de ongelovigen zullen te weten komen wie het goede einde zal krijgen.